In de Babyboomer-special van OPZIJ: Cisca Dresselhuys: ‘Als je een club voor feministen met ingegroeide teennagels wilde oprichten, had je geld gekregen. Er borrelde zoveel’
Het is een herenhuis, het statige huis waarin Cisca Dresselhuys woont. Maar Cisca zou Cisca niet zijn als ze er niet ook een dameshuis van zou hebben gemaakt. Zij deelt de woning met haar partner. De eerste verdieping is van haar; de bovenetages van hem. En ze hebben beiden hun eigen hypotheek. ‘Ik heb financiële onafhankelijkheid altijd een van de belangrijkste feministische thema’s gevonden. Nog steeds.’ Als journalist en als hoofdredacteur van Opzij heeft Cisca de hoogtijdagen van het feminisme van dichtbij meegemaakt.
DOOR ANNE ELZINGA BEELD JULIE BLIK, een interview
Ik ben nergens lid van geweest maar ik heb alles meegemaakt omdat ik erover schreef. Dat ik er als journalist toch altijd een beetje buiten ben blijven staan, heb ik als een groot voordeel ervaren. Zo bleef je een beetje weg van al die kwaaie koppen. Want er waren wat kwaaie koppen, hoor: jij bent niet radicaal genoeg, jij gaat nog met mannen. Opzij is van begin af aan een tehuis voor alle richtingen geweest. Dat klinkt misschien wat bijbels. Een paraplu voor alle vrouwen – dat is beter.’ Dat betekent niet dat ze net zo goed een tijdschrift voor het drogisterij-wezen had kunnen maken. Ze voelde zich wel verbonden met de vrouwenzaak: anders kun je geen feministisch blad maken. ‘Dat zou hetzelfde zijn als een dominee die niet in God gelooft. Ik merkte dat veel strijdpunten ook over mij gingen: achterstelling, minder betaald worden, geen pensioenvoorziening.’ Aan de ‘feministische code van tuinbroek en platte schoenen’ heeft ze zich nooit gehouden: ‘Ik heb altijd nagellak, lippenstift en pumps gehad.’ Ook door haar achtergrond onderscheidde ze zich van de Hedy’s en de Anja Meulenbelts: ‘Ik was niet links. Had zelfs een keer ARP gestemd. Werkte bij een christelijke krant. Kwam niet uit de stad. Ik hing er een beetje bij.’ Dat ze uiteindelijk hoofdredacteur van Opzij werd, had ze dan ook nooit kunnen voorzien. Net zomin als ze had kunnen bevroeden dat ze van gelovig provinciemeisje zou uitgroeien tot een van de bekendste boegbeelden van het feminisme.
LEES VERDER IN OPZIJ